Wie ben je? Waar werk je? Waar woon je?
Mijn naam is Mario Schelfhout. Ik woon in Aalst, samen met mijn partner Anneleen, ons zoontje Arne van anderhalf jaar en onze 2 dwergpapegaaien.
Sinds 2024 werk ik voor het contactcenter van de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) in Dendermonde. Voordien werkte ik vijftien jaar voor de Liberale Mutualiteit, waaronder elf jaar voor mantelzorgvereniging ‘Liever Thuis LM’. Toen de overheid besliste om Eerstelijnszones op te richten, was ik op de eerste vergadering aanwezig om te horen welke rol de Eerstelijnszones zouden kunnen spelen voor de burger en de mantelzorger in het bijzonder en te horen welke rol de mantelzorgverenigingen zouden kunnen opnemen. Meteen nam ik het initiatief om mij te engageren voor Eerstelijnszone Regio Aalst.
Wat drijft jou in het dagelijkse leven?
Als ik iets doe, wil ik het zo goed mogelijk doen. Ik houd niet van half werk.
Wat is je rol in het Dagelijks Bestuur?
Ik ben van bij de start van de Eerstelijnszone Regio Aalst lid van het bestuursorgaan en het dagelijks bestuur. Eerst was ik ondervoorzitter. Toen onze eerste voorzitter Lieve Van der Paelt uitviel wegens ziekte, werd mij gevraagd of ik de rol van voorzitter wou overnemen. Dat was in volle coronaperiode. Aangezien het op dat moment kalm was voor de mantelzorgvereniging en mijn toenmalige werkgever akkoord ging, ben ik graag op die vraag ingegaan. Een tweetal jaar later werd het takenpakket van de voorzitter ruimer door het hervormingstraject van de Eerstelijnszones en ook bij Liever Thuis LM was het ondertussen veel drukker geworden, waardoor de combinatie niet langer mogelijk was. Aangezien ik vond dat ik mijn rol als voorzitter niet voldoende kon opnemen op dat moment, heb ik beslist om een stapje terug te zetten. Alain Parewyck nam mijn rol van voorzitter over en momenteel ben ik nog steeds actief in het dagelijks bestuur en ben ik secretaris van de Eerstelijnszone.
Wie vertegenwoordig je in het bestuur?
Ik zetel in het bestuursorgaan en het dagelijks bestuur vanuit de cluster ‘Personen met een zorg- en/of ondersteuningsnood’(PZON). De mensen uit die cluster vertegenwoordigen alle personen met een zorg- en/of ondersteuningsnood, mantelzorgers en vrijwilligers uit de Eerstelijnszone. Aangezien we allemaal in ons leven wel eens patiënt zijn, kan je eigenlijk zeggen dat wij alle burgers uit de Eerstelijnszone vertegenwoordigen.
Waarom neem je deel aan het bestuur? Wat is je motivatie en engagement?
Ik vind het positief dat voormalig minister Vandeurzen – de initiatiefnemer van de Eerstelijnszones – destijds besliste dat er in elke Eerstelijnszone een vertegenwoordiging van de personen met een zorg- en ondersteuningsnood, mantelzorgers en vrijwilligers moest zijn. Dat was voor het eerst in de geschiedenis; in de organen die voorafgingen aan de Eerstelijnszones moest dit niet of was dit facultatief. Nu werd dit een verplichting. Ik wilde in de ELZ die rol graag opnemen vanuit mijn ervaring als mantelzorger (ik heb vijftien jaar gezorgd voor mijn mama die lijdt aan cervicale dystonie) en vanuit mijn professionele ervaring in de welzijnssector.
In de Eerstelijnszone worden beslissingen genomen die een impact (kunnen) hebben op de PZON en hun mantelzorgers. Het is belangrijk dat deze beslissingen ook worden afgetoetst bij vertegenwoordigers van deze mensen, dat zij mee kunnen beslissen en betrokken zijn bij de evaluatie.
Welke uitdagingen zie je in de ELZ en hoe wil je deze aanpakken?
Bij deze vraag sluit ik mij graag aan bij de vier uitdagingen die onze voorzitter Alain eerder formuleerde:
Ik wil er graag nog een vijfde en zesde uitdaging aan toevoegen:
Wat zijn je verwezenlijkingen tot nu toe? Op wat ben je fier?
In de Eerstelijnszone werken we als team. Ik ben dan ook vooral fier op wat we, vooral dankzij de inzet van onze fantastische medewerkers, reeds gerealiseerd hebben (bijvoorbeeld de werking van het vaccinatiecentrum tijdens de coronapandemie), momenteel realiseren (bijvoorbeeld de uitrol van ons beleidsplan 2024-’26 en het actieplan '25) en nog zullen realiseren (de voorbereidingen voor het beleidsplan '27-’32 zijn bezig).
Als ik toch iets moet opsommen waarop ik persoonlijk fier ben, dan is het iets (letterlijk en figuurlijk) heel klein, namelijk de zorgpas. Dat is een kaartje dat de ELZ ontworpen heeft, waarop burgers hun zorgverleners, mantelzorgers, medicatie, bloedgroep, … kunnen vermelden. Ze bewaren de zorgpas in hun portefeuille bij hun identiteitskaart. Als er dan met hen iets gebeurt, beschikken de spoedhulpdiensten meteen over heel wat noodzakelijke informatie. De zorgpas is verkrijgbaar bij de apothekers, mutualiteiten, lokale dienstencentra en nog enkele zorginstanties. Ik was zelf initiatiefnemer om de zorgpas in te voeren in onze Eerstelijnszone.
Als je mag dromen: hoe ziet volgens jou een ideale eerstelijnszone er dan uit?
Een Eerstelijnszone die door samenwerking tussen alle zorgverleners en welzijnswerkers, door duidelijke communicatie van die zorgprofessionals naar de burger en door mooie projecten, een antwoord kan bieden op zoveel mogelijk zorg- en welzijnsgerelateerde problemen van onze bevolking.
Wat wil je meegeven aan de eerstelijnsactoren uit de regio?
Ik wil alle zorgverleners, welzijnswerkers, dienstverleners en zorgvrijwilligers uit onze Eerstelijnszone hartelijk bedanken voor hun dagdagelijkse inzet voor hun patiënten/cliënten en hun naasten. Ik hoop dat we, ondanks de vele uitdagingen, op hen mogen blijven rekenen de komende jaren.