Onze overheid zet zich in om het recht op gezondheid voor iedereen te respecteren. Er zijn daarom verschillende systemen ontwikkeld om kwetsbare bevolkingsgroepen makkelijker toegang te verlenen tot ons zorgaanbod. Naast het systeem van 'verhoogde tegemoetkoming' voor personen met een laag inkomen en de ‘maximumfactuur’ maken de ziekenfondsen, de overheid en de hulpverleners tweejaarlijks afspraken over de tarieven die zorgaanbieders mogen aanrekenen. Deze zijn echter vrij om dit akkoord (deze conventie) te volgen. De zorgprofessionals moeten de zorgvrager wel inlichten over hun keuze. De aard van het statuut heeft immers invloed op de zorgkost. De tarieven kunnen erg verschillen wanneer u een beroep doet op een geconventioneerde of een niet-geconventioneerde professional.
Het systeem is van toepassing op alle artsen (zowel huisartsen als specialisten), verpleegkundigen, tandartsen, verschillende therapeuten (bijvoorbeeld psychologen en kinesisten), maar ook apothekers en andere zorgaanbieders zoals opticiens en bandagisten, ... Het is hun taak om de zorgvrager op de hoogte te brengen van hun statuut zodat die op voorhand weet wat de gevolgen zijn voor het financiële aspect van de hulpverlening.
Als zorgvrager ben je best op voorhand goed geïnformeerd. Je kan jouw hulpverlener daarom opzoeken op de website van het RIZIV of een ziekenfonds. Dan weet je meteen of hij/zij al dan niet of gedeeltelijk geconventioneerd is.