Eind 2022 werd een traject gestart om de zorgraden te versterken. Hierbij werd uitgegaan van de door de Vlaamse Regering goedgekeurde nota “Slagkrachtige zorgraden middels het versterken van de rol van de lokale besturen in de zorgraden, het verhogen van de betrokkenheid van het welzijnsveld en de actualisering van de opdrachten van de zorgraden”. In deze nota worden 17 opdrachten herleidt naar 4. Eén van deze 4 doelstellingen is de ondersteuning van het lokaal sociaal beleid. De wisselwerking met de lokale besturen wordt in het hervormingstraject van de zorgraden sterk naar voor geschoven. We gingen met Filip Schramme in gesprek over de meerwaarde van de lokale besturen in het eerstelijnsnetwerk.
Wie is Filip Schramme?
Ik ben adjunct algemeen directeur bij het lokaal bestuur in Edegem waarbij ik verantwoordelijk ben voor de cluster mens & ontwikkeling.
Daarnaast heb ik mee aan de wieg van Eerstelijnszone ZORA gestaan, en vandaag neem ik een rol op in het bestuursorgaan en het dagelijks bestuur.
Wat moeten we ons voorstellen bij ‘Mens & Ontwikkeling’?
OCMW, regie kinderopvang, Huis van het Kind & Jongere, gemeentelijk basisonderwijs, flankerend onderwijs (waaronder bioklas), preventieve gezondheid en welzijn (inclusief seniorenraad) en buurtwerking. Onze werkingen beogen ontwikkelingskansen van mensen, met respect voor ieders eigen tempo, en dit vanuit een integrale benadering.
Een integrale benadering is evengoed essentieel om verder te evolueren naar een effectieve eerstelijnszorg. En een absolute voorwaarde om tot een integrale benadering te komen is samenwerking en bruggen bouwen. Dat typeert me ook wel als persoon. Het zou trouwens verder moeten gaan dan samenwerking, synergie moet de ambitie zijn en van 1 + 1 geen 2 maar 3 maken.
Wat kunnen de lokale besturen betekenen voor het eerstelijnsnetwerk?
Binnen de lokale besturen mogen we ons niet blindstaren op welzijn en gezondheid, ook andere domeinen en de samenwerking met hen zijn van belang. Denk maar aan onderwijs, daar is de meerwaarde het grootst omdat we impact kunnen hebben op de beginfase van een mensenleven. Op dit ogenblik betrekken we de onderwijssector bijvoorbeeld vanuit het project tandzorg.
Heb jij aandachtspunten voor de eerstelijnszone?
Het is belangrijk dat een beleidsplan breed wordt gedragen. Er zijn afgelopen jaren al stappen gezet maar we kunnen hierin nog verder groeien. Algemeen moeten we blijven inzetten op het bereiken van alle partners; nu zijn er nog veel individuele zorgverleners en organisaties die we niet of onvoldoende bereiken.
Het lijkt me ook essentieel om politieke mandatarissen meer te betrekken bij de werking van het netwerk. Om enerzijds inzichten vanuit het netwerk te delen met mandatarissen en anderzijds om de inzichten van de politiek in het netwerk binnen te brengen. Zij zijn immers de beleidsbepalers op het lokale niveau.
We mogen ons uiteraard niet beperken tot de politiek. Ook de basiswerkers zoals de maatschappelijk werkers moeten de meerwaarde van de eerstelijnszone kunnen ervaren.
En zijn er maatschappelijke uitdagingen die je verontrusten?
We zien meer multi-problematieken opduiken, wat het niet eenvoudig maakt voor hulpverleners en welzijnswerkers. Ik val misschien in herhaling maar samenwerking en synergiën zijn een noodzaak, met als doel; ‘voor mensen een verschil maken’.
Wat me persoonlijk ook verontrust is de toenemende polarisatie.
Heb je nog een laatste boodschap voor de lezers van onze nieuwsbrief?
Investeer in verbinding en samenwerking, dat levert meer op dan polariseren.