'Huisartsen schrijven steeds meer antidepressiva voor bij jongeren’ was de teneur van de krantenkoppen op 18 september 2023. Een recente studie van CM toont aan dat 4 op de 10 jongeren aangeeft psychologische hulp nodig te hebben. Slechts de helft van hen vindt die effectief. Het is duidelijk dat het mentaal welzijn van jongeren onder druk staat. We gingen daarom in gesprek met Gert De Kinder, één van de drijvende krachten achter Psychologenpraktijk Kriekelaar en psychologenkring ZORA.

Kan je kort toelichten wat ‘Psychologenpraktijk Kriekelaar’ kan betekenen voor jongeren en hun ouders?

Psychologenpraktijk Kriekelaar is een praktijknetwerk bestaande uit 12 praktijken verspreid over Vlaanderen. Onze missie ‘more is more’ betekent eigenlijk dat we SAMEN met anderen BETERE zorg willen verlenen. We merkten dat iedereen te vaak op z’n eentje of in de eigen praktijk goede zorg wil bieden en op die manier iedereen voor zich moet uitzoeken hoe dat te kunnen doen. Door onze krachten in het praktijknetwerk over de vestigingen heen te kunnen bundelen, kunnen we ‘good practices’ met elkaar delen en kunnen we nieuw materiaal dat wordt ontwikkeld – ik denk hierbij aan groepstrainingen of informatiesessies – delen over de vestigingen heen.

In elke praktijk staat onze teamwerking centraal. We willen niet gewoon een gebouw zijn met een naam op de gevel waar ieder zijn eigen ding doet. We willen een echte teamwerking zijn waar we als team samen nadenken wat er nodig is om een kind/jongere en diens ouders te ondersteunen. Dit vraagt best wel wat inspanning van al onze collega’s om wekelijks samen te komen voor teamoverleg en intervisie. Goede zorg ontstaat vanuit een goede samenwerking.

Concreet bieden we in Psychologenpraktijk Kriekelaar in Kontich individuele begeleiding (zowel eerstelijnspsychologische als gespecialiseerde zorg), diagnostiek, groepstrainingen en informatiesessies aan. Dat is een mond vol en niet iedereen kent de weg naar de geestelijke gezondheidszorg even goed, laat staan dat men weet welke zorg er specifiek nodig is. Hierdoor organiseren we bij elke aanmelding een eerste consultatiegesprek waarbij we luisteren naar de klacht en de hulpvraag om op basis daarvan met de ouders te bekijken welke hulp het meest aangewezen is en of deze bij ons of elders kan gevonden worden. Cliënten voelen zich door deze aanpak echt gehoord en ernstig genomen.

Is de eerstelijnspsychologische zorg met de conventie toegankelijker geworden nu kinderen aan een heel laag tarief terecht kunnen bij eerstelijnspsychologen?

De RIZIV-conventie is een heel goede zaak. Tot voor kort moest de cliënt bij een zelfstandig klinisch psycholoog het ereloon volledig zelf betalen, op een beperkte terugbetaling op initiatief van de mutualiteiten na. Momenteel loopt er een proefproject waarbij cliënten voor 11€ naar de psycholoog kunnen gaan. Doordat het om een proefproject gaat, zijn de middelen beperkt; slechts 10 à 20% van de klinisch psychologen is hier kunnen instappen, waardoor slechts een deel van de bevolking op deze terugbetaling kan rekenen; deze terugbetaling is momenteel bedoelt voor de meest kwetsbaren. Op zich is de RIZIV-terugbetaling een zeer goede zaak, want hierdoor kan een deel van de bevolking terecht bij de klinisch psycholoog, daar waar dit voor hen voorheen onmogelijk was.

Echter, dit zorgt voor een toestroom van vele nieuwe cliënten bovenop de bestaande lange wachtlijsten, waardoor de wachtlijsten enkel maar zijn toegenomen. Hopelijk komen er dan ook snel meer middelen, waardoor alle psychologen (en bij uitbreiding andere zorgberoepen; ik denk aan de psychologisch consulenten) kunnen terugbetaald worden, waardoor de wachtlijsten wél kunnen slinken. Zolang dat niet het geval is, komen veel cliënten bij de huisarts terecht, die op zijn/haar beurt botst op lange wachtlijsten en de cliënt niet goed kan doorverwijzen. Aangezien de cliënt echt wel NU wil geholpen worden, in een wereld die steeds meer naar snelle oplossingen verlangt, stijgt de druk op de huisartsen om medicatie voor te schrijven om op die manier al wat klachten trachten te reduceren.

Welke uitdagingen zie je de komende jaren in de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren?

Ik denk dat er op zich geen nieuwe uitdagingen komen, maar dat er één centrale uitdaging is waar we elke dag opnieuw mee aan de slag moeten, nl. hoe kunnen we onze zorg voor kinderen & jongeren verbeteren? En hiermee bedoel ik: hoe kunnen we de kwaliteit van de zorg verbeteren en hoe kunnen we de toegankelijkheid van de zorg verbeteren?

Wat de kwaliteit betreft is er nog heel wat marge voor verbetering, want lang niet in alle domeinen van de geestelijke gezondheidszorg is er een goede traditie van wetenschappelijk onderzoek, waardoor we vaak niet goed weten of een behandeling echt wel werkt en wat de werkzame factoren zijn van een behandeling.

Wat de toegankelijkheid betreft, zal er op diverse vlakken moeten ingezet worden. Eerder hadden we het al over de extra middelen die nodig zijn, waardoor iedereen naar de psycholoog kan gaan met een vraag of bezorgdheid, net zoals iedereen naar de huisarts kan gaan met een vraag of bezorgdheid. Het is toch ondenkbaar dat we tegen iemand met een ontsteking of een breuk op een wachtlijst zouden plaatsen om binnen een half jaar geholpen te worden. Wel in de geestelijke gezondheidszorg moeten we cliënten met levensbedreigende problematiek noodgedwongen verwijzen naar… een wachtlijst.

Een ander aspect van betere toegankelijkheid gaat over een betere kennis bij de bevolking van de geestelijke gezondheidszorg. De weg tot de medische gezondheidszorg kent iedereen en we kloppen zonder probleem aan bij onze huisarts of bij een specialist. De weg tot de geestelijke gezondheidszorg is doorgaans veel minder gekend en we kloppen niet zomaar aan bij een psycholoog of bij een therapeut. Hier ligt nog veel werk op de plank om mensen meer vertrouwd te maken met psychologische zorg.

Hoe kan het netwerk van de Eerstelijnszone ZORA een rol spelen bij deze uitdagingen?

Ik denk dat, specifiek wat betreft de betere bekendheid van de psychologische zorg, er wel een opportuniteit ligt voor de eerstelijnszones. Psychologen zijn nog geen decenium een erkend gezondheidszorgberoep, in tegenstelling tot artsen, apothekers, kinesisten en logopedisten. Dit maakt dat ze ook lange tijd geen deel hebben uitgemaakt van de eerstelijnsnetwerk. Het is belangrijk dat klinisch psychologen ook mee vertegenwoordigd zijn in de eerstelijnszones en dat er in elke eerstelijnszone goed in kaart wordt gebracht welke psychologische zorg aanwezig is in de regio. Deze info moet goed verspreid worden onder alle betrokken zorgverleners. Hierbij geloof ik niet meteen in een zoveelste website of folder. Een goed voorbeeld wat wat werkt, hebben we gedurende 10 jaar gekend in de gemeente Kontich waar de GGIK (Geestelijke GezondheidsInitiatieven Kontich) gedurende jaren elk jaar een evenement organiseerde waarop alle huisartsen uitgenodigd werden. Het was telkens een avond waarop een inhoudelijk thema werd aangesneden gevolgd door een informele kennismaking met alle klinisch psychologen, psychiaters, therapeuten uit de gemeente. Geleidelijk aan ontstond er zo een betere kennis en meer duurzame samenwerkingen tussen zorgverleners, iets wat je met een website of een folder nooit kan realiseren. Het vraagt enkel veel tijd en inspanning, en dat is begrijpelijk niet altijd evident in onze drukke agenda’s.

In het beleidsplan van ELZ ZORA is preventie één van onze strategische doelstellingen? Is er ook voor de gehele samenleving een rol weggelegd als het gaat over preventie en vroegdetectie bij jongeren?

Ik denk dat preventie één van de sleutelwoorden is op de toenemende druk op de geestelijke gezondheidszorg. Als je opnieuw kijkt naar de medische gezondheidszorg, zien we dat preventie alomtegenwoordig is. Kinderen krijgen in de lagere school les over tandhygiëne, jongeren krijgen tijdens seksuele opvoeding info over hoe ze SOA’s kunnen vermijden, doorheen de ganse schoolloopbaan worden onze ogen, oren, groei, gewicht gemonitord door een CLB-arts, … . En onze mentale gezondheid? Daar is een leemte die moet opgevuld worden.

Ik pleit dan ook voor groepstrainingen op scholen omtrent veerkrachtig opgroeien. Als samenleving hebben we de taak om toekomstige generaties vaardiger te maken om te leren omgaan met de uitdagingen van het leven. Door middel van onderzoek hebben we een steeds beter zicht op die factoren die belangrijk zijn in het ontstaan van psychische problemen. We noemen deze factoren ook wel transdiagnostische factoren. Voorbeelden hiervan zijn emotieregulatie en zelfbeeld. We moeten kinderen & jongeren dus vaardiger maken in het leren reguleren van hun emoties en we moeten ze leren een evenwichtig zelfbeeld op te bouwen, zodat ze tools in handen hebben om de moeilijkheden des levens beter aan te kunnen. Met Psychologenpraktijk Kriekelaar trekken we sinds 2 jaar naar scholen om dergelijke programma’s op te zetten. Het is eigenlijk fijn om te merken dat scholen ons met open armen ontvangen, omdat ze merken dat dit nodig is.

Heb je nog een belangrijke boodschap of vraag voor de lezers van de nieuwsbrief?

Misschien een beetje cliché uit de mond van een psycholoog, maar praat met elkaar! Vroeger dacht ik vaak dat eenzaamheid iets was voor oudjes. Ik merk dat veel kinderen, jongeren en ouders allemaal te samen eenzaam zijn. We voelen ons vaak alleen met ons verdriet, met onze angsten, frustraties, … . We denken te vaak dat we de enigen zijn die ermee zitten. Ik roep niet alleen op om erover te praten met iemand (broer/zus, ouder, leerkracht, trainster, scoutsleider,…) als je hier mee zit, maar ik roep ook iedereen op om sneller aan iemand te vragen ‘hoe is’t?’ als je merkt dat iemand zich niet goed in zijn vel lijkt te voelen. Durf verder te vragen dan de gebruikelijke ‘ça va’ die je als antwoord krijgt. Verbinding werkt.