In het beleidsplan van deze Eerstelijnszone is er specifiek ruimte gemaakt voor een actie ter ondersteuning van de PZON. In '24 en '25 zetten we in op val- en fractuurpreventie.
We koppelen enkele feiten aan elkaar. Te beginnen met enkele weetjes uit onze omgevingsanalyse:
Tegelijk weten we dat het zorgsysteem op dit moment al onder druk staat. Denk maar aan de (gedeeltelijke) patiëntenstops, wachtlijsten om een specialist te raadplegen, het nijpende personeelstekort in zorg en welzijn, … Met andere woorden: we hebben een toenemende verouderende bevolking met een steeds groter wordende zorgvraag, gecombineerd met een systeem dat die zorgvraag nu al nauwelijks aankan.
Inzetten op preventie zodat minder mensen gebruik hoeven te maken van het zorgsysteem of aan een lager intensiteit is vanzelfsprekend.
Ongeveer één op de drie thuiswonende ouderen valt eenmaal per jaar. Eén derde onder hen valt zelfs meerdere keren per jaar. Onder bewoners van een woonzorgcentrum zijn die cijfers nog hoger: ongeveer 50 tot 70% valt minstens 1 keer per jaar. Bij ouderen met dementie loopt het percentage vallers op tot 66%.
Dit zijn onafhankelijke cijfers, afkomstig van het Expertisecentrum voor Val- en Fractuurpreventie (EVV). Achter deze cijfers gaan mensen schuil die breuken opgelopen hebben, opgenomen zijn in het ziekenhuis, schrik hebben om opnieuw te vallen, niet meer terug kunnen naar de thuiscontext, opgenomen moeten worden in een woonzorgcentrum, …
Door in te zetten op val- en fractuurpreventie aan de hand van 3 doelstellingen streven we enerzijds naar meer afstemming en een meer gedragen beleid tussen de zorg- en welzijnsactoren. Anderzijds willen we de oudere bevolking in onze regio bewuster maken van valrisico’s en hen beter wapenen tegen de gevolgen van het vallen. Op deze manier versterken we hen en moedigen we hen aan om actief deel te blijven uitmaken van de maatschappij.